3.3.1 Inschaling niet-rijdend personeel in geval van opvolgend werkgever per 1 januari 2021

Werknemers die in geval van opvolgend werkgever vanaf 1 januari 2021 overgaan behouden de door hen opgebouwde ervaringsjaren (vastgesteld conform de bepaling onder artikel 3.3.3). Bij indiensttreding wordt door werkgever en werknemer onderstaand formulier ingevuld, aan de hand waarvan werkgever en werknemer bepalen of er sprake is van opvolgend werkgever of niet (in dat laatste geval geldt artikel 3.3.2). Dit formulier wordt door werkgever en werknemer ondertekend en gedateerd en in het personeelsdossier van betreffende werknemer bewaard. In verband met controle op juiste inschaling kan SFM inzage verlangen in het door werkgever en werknemer ondertekende formulier.

In geval van overgang van onderneming (ook wel bedrijfsovername genoemd) zullen op grond van artikel 7:663 BW de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst met een werknemer van rechtswege overgaan op de verkrijgende werkgever.

                    

Formulier Inschaling in geval van opvolgend werkgever:

Werknemer zal per datum …………………….. (invullen) in dienst treden bij werkgever. Teneinde te bepalen of de door werknemer opgedane ervaring in de taxisector al dan niet van invloed is op de inschaling bij werkgever, dient aangekruist te worden welke van de onderstaande situatie van toepassing is, en dient vastgesteld te worden tot welke inschaling dat leidt, waarna het formulier door zowel werknemer als werkgever dient te worden ondertekend.

DEEL I

(aankruisen hetgeen van toepassing is)

[    ]  1)

De vorige werkgever van werknemer is failliet geraakt waarna het failliete bedrijf door werkgever is doorgestart; werkgever heeft het door de vorige werkgever gesloten vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overgenomen uit het faillissement, werknemer verricht bij werkgever soortgelijk werk als bij de vorige werkgever, en werknemer is niet op eigen initiatief bij werkgever in dienst getreden, maar als gevolg van een aanleiding aan de kant van werkgever of de vorige werkgever; de overgang naar werkgever is een gevolg van een situatie die voortvloeit uit het handelen van één of beide werkgevers; werknemer heeft het werk dat over is gegaan van de oude werkgever naar werkgever, gevolgd;

[   ]  2)

Werknemer was eerst via een uitzendonderneming bij werkgever werkzaam, en is vervolgens, binnen zes maanden na beëindiging van die uitzendwerkzaamheden, rechtstreeks bij werkgever in dienst getreden, terwijl werknemer bij werkgever soortgelijke werkzaamheden zal verrichten als de werkzaamheden die op uitzendbasis werden verricht.

[   ]  3)

Werknemer was eerst rechtstreeks bij werkgever in dienst en is vervolgens binnen zes maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een uitzendonderneming opnieuw bij werkgever werkzaam, terwijl werknemer via de uitzendonderneming bij werkgever soortgelijke werkzaamheden zal verrichten als de werkzaamheden die op basis van de arbeidsovereenkomst bij werkgever werden verricht.

[   ]  4)

Werknemer gaat in concern/groepsverband op initiatief van werkgever over van één vennootschap naar een andere vennootschap, terwijl de door werknemer uit te voeren werkzaamheden niet wijzigen, of soortgelijk zijn aan de eerder uitgevoerde werkzaamheden;

[   ]  5)

Werknemer is werkzaam ten behoeve van een vervoerscontract, treedt niet op eigen initiatief uit dienst bij zijn oude werkgever, aanvaardt een dienstbetrekking bij een nieuwe werkgever, en blijft in dat kader werkzaam ten behoeve van hetzelfde vervoerscontract.

[   ]  6)

Werknemer is werkzaam bij werkgever en treedt binnen zes maanden na het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd opnieuw bij werkgever in dienst.

[   ]  7)

Werknemer is werkzaam bij werkgever en treedt binnen zes maanden na het einde van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, opnieuw bij werkgever in dienst.

[   ]  8)

Werknemer is werkzaam bij een werkgever, en verricht werkzaamheden in het kader van een specifiek vervoerscontract. Het vervoerscontract wordt via onderhandse gunning, of anderszins, maar in elk geval niet via een aanbestedingsprocedure als bedoeld in artikel 1.8 van de CAO Zorgvervoer en Taxi, overgenomen door de –nieuwe- werkgever. Werknemer verricht bij de nieuwe werkgever soortgelijk werk als bij de vorige werkgever, en werknemer is niet op eigen initiatief bij de nieuwe werkgever in dienst getreden, maar als gevolg van een aanleiding aan de kant van de nieuwe werkgever of de vorige werkgever; de overgang naar werkgever is een gevolg van een situatie die voortvloeit uit het handelen van één of beide werkgevers; werknemer heeft het werk dat is over is gegaan van de oude werkgever naar de nieuwe werkgever, gevolgd;

[   ]  9)

Werknemer komt bij werkgever in dienst als gevolg van artikel 1.8 van de CAO Zorgvervoer en Taxi deel uitmakende regeling Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten en regeling Overgang personeel bij contractwisseling;

[   ]  10)

Geen van de bovenstaande situaties is van toepassing;

 

DEEL II

(aankruisen hetgeen van toepassing is)

[   ]  ( in geval één van de punten 1 t/m 8 van Deel I is aangekruist)

Partijen bepalen op basis van door de werknemer aangeleverde informatie dat er sprake is van …… ervaringsjaren, met inschaling in loontrede ….. per ……..   tot gevolg;

[   ]  ( in geval punt 9 van Deel I is aangekruist)

Partijen bepalen op basis van door werknemer aangeleverde laatste loonstrook dat werknemer bij zijn voorgaande werkgever € …………….. als laatstverdiend bruto uurloon genoot. Partijen stellen vast dat er op grond van artikel 3.6.2 of 3.11.2 er wel of geen* tredeverhoging moet worden toegepast. Indien werknemer nog recht heeft op een tredeverhoging en de hoogte van het laatstverdiende bruto uurloon tussen twee tredes in het loongebouw rijdend of niet-rijdend valt, wordt de werknemer minimaal ingeschaald in de naasthogere trede. De werknemer zal bij werkgever per …………….. worden ingeschaald in loontrede …………..;

[   ]   ( in geval punt 10 van Deel I is aangekruist)

Partijen stellen op grond van het vorenstaande vast dat werknemer vrij kan worden ingeschaald, en komen in dat kader in onderling overleg overeen dat werknemer per …….. ingeschaald wordt in loontrede …………

*: doorhalen wat niet van toepassing is

Aldus vastgesteld, overeengekomen en in tweevoud ondertekend op ……………. (datum invullen) te ……………. (plaats)

Naam werkgever                                          naam werknemer

 

DIT FORMULIER IS UITSLUITEND EN ALLEEN BEDOELD TER BEPALING VAN DE INSCHALING CONFORM DE CAO ZORGVERVOER EN TAXI; HET FORMULIER GEEFT GEEN INVULLING OF NADERE INVULLING AAN HET BEGRIP OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP ZOALS DAT VOORTVLOEIT UIT DE WET, ER KUNNEN DIENAANGAANDE DAN OOK GEEN RECHTEN AAN WORDEN ONTLEEND.

 

3.3.2 Inschaling niet-rijdend personeel bij geen opvolgend werkgever

Werknemers t/m 20 jaar worden ingeschaald in de loontrede behorend bij hun leeftijd. Met ingang van de maand waarin zij jarig zijn stromen zij door naar de volgende trede. Het artikel over tredeverhoging is voor hen niet van toepassing. De werknemer die 21 jaar oud wordt, stroomt door naar de loontrede van 4-12 maanden uit de loontabel.

Werknemer (21 jaar en ouder) die bij een werkgever in dienst treedt, wordt ingeschaald in de geldende loontabel niet-rijdend personeel in de loontrede die werknemer en werkgever bij het in dienst treden met elkaar zijn overeengekomen.

Het is aan werkgever en werknemer (van 21 jaar en ouder) om in onderling overleg te bepalen in welke trede van de loontabel een nieuwe werknemer wordt ingeschaald. Eventuele ervaring (bijvoorbeeld uitgedrukt in ervaringsjaren die een werknemer in de bedrijfstak, op basis van een arbeidsovereenkomst, in een soortgelijke functie heeft gewerkt als de functie waarvoor hij wordt aangesteld) opgedaan in de bedrijfstak is niet meer dwingend bepalend voor inschaling in de loontabel. Werkgever en nieuwe werknemer zijn vrij om zelf te bepalen in welke trede van de loontabel een werknemer wordt ingeschaald.

 

3.3.3 Inschaling niet-rijdend personeel in geval van toepassing artikel 3.3.1

Dit artikel is alleen van toepassing indien er conform artikel 3.3.1 sprake is van opvolgend werkgever.

Werknemers t/m 20 jaar worden ingeschaald in de loontrede behorend bij hun leeftijd. Met ingang van de maand waarin zij jarig zijn stromen zij door naar de volgende trede. Het artikel over tredeverhoging is voor hen niet van toepassing. De werknemer die 21 jaar oud wordt, stroomt door naar de loontrede van 4-12 maanden uit de loontabel.

Bij inschaling van werknemers van 21 jaar en ouder moet de werkgever rekening houden met eerder opgebouwde ervaring. De werknemer komt in de loonschaal op de loontrede die hoort bij zijn ervaring die hij heeft opgebouwd in de bedrijfstak. Gelet op artikel 3.1.1 bouwt een werknemer tot en met 20 jaar geen ervaringsjaren op.

Deze inschalingsafspraak houdt het volgende in:

  • Werknemer van 21 jaar en ouder die zonder ervaring vanaf januari 2010 de taxibranche instroomt, wordt minimaal ingeschaald in de loontrede 0-3 maanden uit de loontabel.
  • Voor een werknemer van 21 jaar en ouder die met ervaring vanaf januari 2010 de taxibranche instroomt, moet een werkgever rekening houden met het aantal ervaringsjaren dat deze werknemer heeft. Het aantal ervaringsjaren correspondeert met het loontrede nummer uit de loontabel.